MARTIJN VROEMEN
Wie teams leidt komt er achter dat het werk van een teamleider allesbehalve eenduidig is. Een goede teamleider is een ware evenwichtskunstenaar. Je krijgt te maken met tegenstellingen en dilemma’s die vragen om subtiele afwegingen. Ik zie teamleiders die dat van nature in de vingers hebben. En er zijn er die in een van de uitersten vervallen. Hierna volgen vijf (clusters van) dilemma’s die optreden in het dagelijks leven van de teamleider.
1-daagse Training Teamontwikkeling
Praktische basistraining voor teamleiders, trainers en coaches die hun teams willen begeleiden naar betere samenwerking.
✓ Leer werken met het Teamwiel®
✓ Herken sneller team-valkuilen
✓ Ken de 6 succesfactoren
Dilemma 1: Vrijheid in gebondenheid
Hoeveel speelruimte goed is voor het team hangt sterk van de taak af. Het uitvoeren van een blindedarm operatie kent minder vrijheidsgraden dan het organiseren van een personeelsfeest. Toch zullen ook daar kaders zijn. Een speelveld zonder belijning is leegte, is niks. Maar met teveel kaders ontneem je de spelers creativiteit, initiatief en improvisatievermogen.
Mensen die je in het diepe gooit leren niet om te zwemmen. Ze verzuipen.
Wat veel teamleiders moeilijk vinden is om niet zóveel in te grijpen dat het team afhankelijk wordt, en niet zoveel los te laten dat er chaos ontstaat. De kunst is om behoedzaam te werk te gaan. Te snel alles loslaten brengt het afhankelijke team in verwarring. Mensen die je in het diepe gooit leren niet om te zwemmen. Ze verzuipen. En te snel iets overnemen komt over als een diskwalificatie. Het team gaat dwars liggen of springt in de houding, al naar gelang de stemming. In het eerste geval ontstaat er strijd. In het tweede geval hebben de teamleden geleerd dat problemen door iemand anders worden opgelost. Dit dilemma komt het meest pijnlijk naar voren in de hopeloze verzuchting van de teamleider: ‘jullie zouden eens wat meer uit jezelf moeten doen!’ Een klassieke paradox.
Dilemma 2: Eerste onder gelijken
In het team van onze dromen is de leider een primus inter pares die niet boven, maar in het team staat. Het is een collega die meewerkt en die, naast een inhoudelijke bijdrage, een leidinggevende rol heeft. Leidinggeven is dan een van de functies die nu eenmaal vervuld moet worden en niet een bevoorrechte positie. Als het zo werkt is het mooi. In het ideale team accepteert iedereen de rol van de teamleider zonder dat deze zich moet laten voorstaan op zijn speciale positie. Die acceptatie is makkelijker als de teamleider een vakmens is die vuile handen maakt.
Maar vakmensen zijn niet altijd de beste leiders. Die acceptatie hoeft niet per se groter te zijn als het iemand is die vanuit de eigen gelederen ‘gepromoveerd’ wordt. Dan hangt het er maar net van af of deze persoon de rol van teamleider wordt gegund. Voor iemand die van buitenaf in het team gedumpt wordt geldt hetzelfde. Acceptatie is altijd een kwestie van verdienen. En van gunnen dus. De teamleden hebben evenzeer de verantwoordelijkheid om de leider te láten leiden. Een team dat geen leiding accepteert doet zichzelf vaak te kort.
Dilemma 3: Individu versus groep
In elk samenwerkingsproces is er voortdurend de afweging tussen de belangen van het individu en het groepsbelang. De leden van het team hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid, maar elk teamlid levert een individuele bijdrage. Een goede teamleider helpt bij het vinden van een evenwicht hiertussen. Soms betekent dit dat er bemiddeld moet worden in conflicten. Waar gehakt worden vallen spaanders.
Het is prachtig als het team zelfreinigend vermogen bezit. Zo niet, dan is de teamleider de aangewezen persoon om te helpen.
Er zit in dit dilemma een geniepige adder onder het gras. In teams waar productie per persoon gemeten wordt is het gewoon om iedereen met dezelfde maatstaven te beoordelen. Eigenlijk is dat niet terecht. Het is veel waardiger om per persoon te kijken wat iemand moet, kan en wil bijdragen en daar gepaste afspraken over te maken. Dat geeft vaak scheve ogen. De teamleider kan eraan bijdragen dat de teamleden deze individuele verschillen begrijpen, of minstens verdragen.
Dilemma 4: Team of omgeving
De meeste teams werken in een wijdere context. Veel teamleiders voelen het trekken aan twee kanten. Naar binnen en naar buiten. De verleiding is om het grotere geheel te dienen en het team te vergeten. Een beetje team pikt dat niet. Die wil voelen dat de teamleider ‘hun’ teamleider is en hun belangen verdedigt.
Toch zijn er situaties waarin de teamleider het belang van de totale organisatie laat voorgaan boven het teambelang. Dan valt er wel iets uit te leggen aan het team, anders is het vertrouwen snel geschonden. Omgekeerd is het niet slim om je als team in jezelf op te sluiten. Vooral als het team succesvol is kan dit algauw leiden tot groepsdenken: eenvoudige gezegd is dat het uitschakelen van het kritisch vermogen en daardoor domme beslissingen nemen.
Dilemma 5: Beoordelen of begeleiden
In veel teams is de teamleider iemand die ook de teamleden beoordeelt. Met name dít punt is riskant bij het ‘ontwerpen’ van teamstructuren. Het is als teamleider dan niet altijd makkelijk je teamleden te coachen. Want een coachrelatie is gebaseerd op vertrouwen, openheid en veiligheid. Ik heb voorbeelden gezien van teamleiders die hun bovengeschikte positie perfect wisten te combineren met een nevengeschikte omgangsvorm. Maar makkelijk is dat niet.
Niet alleen teamleden kunnen last hebben van conflicterende belangen in de relatie met hun teamleider. Ook teamleiders zelf kunnen er slecht van slapen. Vooral wanneer je met iemand een vertrouwensband hebt opgebouwd is het niet leuk om zo iemand een negatieve beoordeling te geven. Ik kan me van harte voorstellen dat je als teamleider probeert zo’n pijnlijke situatie te vermijden. Het resultaat kan zijn dat teamleden (te) lang niet horen hoe er over ze gedacht wordt.
Een uitgebreide versie vind je in het boek Team op Vleugels van Martijn Vroemen.